maandag 29 juli 2013

Puree van tuinbonen




We hebben onze eigen tuinbonen in de moestuin, we proberen ze altijd te plukken als er mooie kleine boontjes inzitten.
Maar er zijn altijd peulen die al wat te groot zijn en dus ook grote bonen hebben. Bij ons thuis noemde we tuinbonen ‘grote bonen’ we kregen ze altijd van mijn opa die ook een moestuin had.
Het waren dan ook echt grote bonen, hij liet ze namelijk zolang aan de struik hangen tot het lekkere grote peulen waren met daarin 'grote bonen'.
Hij deed dat ook met de komkommer, apetrots was ie dan als hij met een eigen geteelde komkommer kwam. Zo dik als een arm, dus vol met zaden, maar we aten hem op en vonden het nog lekker ook.

De (te) grote tuinbonen dus, ik sorteer de gedopte tuinbonen altijd en hou de grootste apart in een zak ik de vriezer. Deze worden gebruikt voor gerechtjes waarvoor je ze dubbel moet doppen en daar is tuinbonenpuree er eentje van.
Heerlijk op een stokbroodje als lunch of op een crostini. Het is lekker om er nog wat lenteui, parmezaan, pecorino of geitenkaas over te strooien.

Dit recept komt uit 'Vers uit de tuin' van Sarah Raven, het is een heel simpel en puur recept. 

Ingrediënten:

150 g tuinbonen, gedopt gewicht
3 el extra vergine olijfolie
sap en geraspte schil van een citroen (of naar smaak, ik vind dit wat te veel)
handvol fijngesneden munt
zout en zwarte peper


Bereidingswijze:

Kook de bonen in circa 5 minuten beetgaar, giet ze af in een vergiet en spoel ze onder de koude kraan. Druk ze met je vingers uit hun vliesje. Pureer ze met de olijfolie, citroensap en rasp, munt en flink zout en peper. Je kunt het lang pureren voor een gladde puree, je kunt het ook wat grover laten.

Het is ook lekker om er Parmezaanse kaas of ansjovis aan toevoegen, ook wordt er nog wel komijn door gedaan dan krijgt het weer een heel andere smaak.





vrijdag 26 juli 2013

Koolrabisalade






De boekenverzameling is weer een beetje uitgebreid en wel met (weer) een boek van Ottolenghi.
Of eigenlijk van Yotam Ottolenghi en Sami Tamimi want die wordt meestal vergeten terwijl hij ook zeker zijn aandeel zal hebben.
Het is het boek 'Jeruzalem'  een verzameling recepten uit hun beider geboortestad.
Weer een prachtig boek met geweldige foto's en verrassende recepten, je zou denken het is wel een keertje op maar nee hoor ik denk dat ook dit boek weer een succes is. 
Ik heb al diverse keren gelezen dat dit boek de andere twee boeken overtreft. Ik kan daar nog geen oordeel over geven omdat ik heb boek nog maar net heb en als ik zie hoeveel ik al uit 'Plenty' heb gekookt dan staat die bij mij met stip op nummer één, de tijd zal het leren......


 
Het eerste recept is koolrabisalade, niet zozeer omdat ik dat zo graag wilde maken maar meer omdat er een koolrabi in de moestuin stond die op moest. Een samenloop van omstandigheden dus.
Een heerlijke knapperige salade perfect met dit zomerse weer welke bij een bbq zeker niet zou misstaan.



Ingrediënten:

3 middelgrote koolrabi's (750 g totaal)              
80 g Griekse yoghurt
70 g zure room
50 g slagroom
1 kleine teen knoflook, fijngewreven
1½ tl citroensap
1 el olijfolie
2 el munt, fijngesnipperd
1 tl gedroogde munt
20 g miniwaterkers (rucola is ook een optie)
½ tl sumak
zout en witte peper

Bereidingswijze:

Schil de koolrabi's, snijd ze in blokjes van 1½ cm en doe ze in een grote kom.
Maak de dressing door de yoghurt, zure room, slagroom, knoflook, citroensap en olijfolie door elkaar te roeren. Voeg ¼ tl zout toe en naar smaak versgemalen peper en klop alles door elkaar. Giet de dressing over de koolrabi, doe de verse en gedroogde munt en de helft van de waterkers erbij en meng alles. Verdeel de rest van de waterkers erover en bestooi de salade met de sumak.






woensdag 24 juli 2013

Andijvie uit de wok




Het is misschien te simpel voor op de blog maar we eten het regelmatig dus het is wel lekker.
De andijvie is klaar in de tuin dus dan moet je d’r wat mee, vier kroppen dus dat is eten en weggeven. Stimpstamp vinden we lekker maar gekookt daar zijn we niet weg van.
Stimpstamp eten we met spekjes of vegetarisch en dan met blokjes kaas en een gebakken eitje erop. 


Nu dus andijvie uit de wok, het voordeel is dat je in één keer een hele krop opeet met stimpstamp is een hele krop een beetje veel.
Het recept komt uit ‘Vier seizoenen lekker koken’ van Albert Heijn, een dun boekje wat ik  af en toe pak en waar toch wel erg lekkere recepten in staan.



Ingrediënten:


Een krop andijvie, gewassen en gesneden
Scheutje olie
Een rode of gewone ui, in halve ringen
Dikke teen knoflook, fijngesneden
3 cm gemberwortel, geschild en fijngesneden
Een flinke scheut chilisaus





Bereidingswijze:

Verhit de olie in een wok, doe er de ui in en roerbak een paar minuten, doe er dan de knoflook en gember bij en roerbak nog een paar minuten. Haal het uit de pan en zet apart.
Doe de andijvie in de wok en laat het op hoog vuur slinken, doe er het mengsel van de ui, knoflook en gember bij.
Breng op smaak met de chilisaus, peper en zout.
Wij eten het altijd met rijst, en ik varieer wel met paddestoeltjes en gerookte tofu, net wat je lekker vind. 




dinsdag 23 juli 2013

Salade van quinoa, tuinbonen, radijs en avocado





Het is tuinbonentijd dus opzoek naar recepten met tuinbonen kwam ik dit recept tegen in ‘Plenty’.
Het sprak me meteen aan, quinoa vinden we heerlijk net als avocado, radijs en uiteraard tuinbonen, dus dit moest wel lekker zijn.
Ik heb er de grote tuinbonen voor gebruikt, dit kan prima omdat ze dubbel gedopt worden. Dubbel doppen houd in dat je ze na het koken nog en keer dopt, je haalt dan het grijze vliesje eraf en houd de helder groene boontjes over.
Wij hadden er crostini’s bij van zelfgebakken brood met hazelnoten, belegd met tuinbonenpuree en geitenkaas. Een heerlijke zomerse lunch buiten op het terras in goed gezelschap, wat wil een mens nog meer!


Voor 6 personen (of zoals bij ons voor 4)

200 g quinoa
500 g gedopte tuinbonen (vers of diepvries)
2 middelgrote citroenen
2 kleine rijpe avocado's
2 tenen knoflook, fijngehakt
200 g radijs, overlangs doormidden gesneden
50 g paarse radijscress (of kleine paarse basilicumbiaadjes)
1 eetl. gemalen komijnzaad
3/4 dl olijfolie
1/4 theel. gedroogde chilivlokken
zout en zwarte peper

Bereidingswijze:

Doe de quinoa in een pan met royaal water, breng het aan de kook en laat de quinoa 9 minuten zachtjes koken. Giet de quinoa af in een fijne zeef, spoel het onder de koude kraan en laat het drogen.

Doe de tuinbonen in een pan met kokend water, breng weer aan de kook en giet de bonen direct af in een vergiet (ik heb ze een minuutje laten koken). Spoel ze af onder de koude kraan en laat ze uitlekken. Druk met je vingers de tuinbonen uit het vliesje en gooi deze weg.

Snijd met een scherp mes aan beide kanten een kapje van de citroenen. Zet ze op een snijplank en snijd met een scherp mes de gele schil en het witte vlies eraf; volg hierbij de na­tuurlijke bolling. Houd de citroenen boven een grote mengkom en snijd de parten vruchtvlees tussen de vliezen uit. Knijp de vliezen boven de schaal met de partjes vruchtvlees uit.




Schil de avocado's, snijd ze doormidden en verwijder de pit. Snijd de helften in dunne plakken doe ze in de kom met citroensap en partjes. Doe de droge quinoa erbij en voeg de tuinbonen, knoflook, radijs, de helft van de cress, de komijn, olijfolie en chilivlokken toe met wat zout en peper. Schep alles heel luchtig door elkaar en zorg ervoor dat de plakjes avocado heel blijven. Proef en doe er naar smaak nog wat zout en peper bij. Serveer de salade op een schaal en garneer met de rest van de cress.

Een heerlijke eenvoudige salade!




zondag 21 juli 2013

Strawberry shortcake oftewel cakeachtige scones met aardbeien




We kregen hoog bezoek vanuit Friesland dus dan is het bijna verplicht om wat te bakken voor bij de thee. Maar wat, dat is altijd moeilijk. Het liefst iets nieuws wat we allebei nog niet eerder hebben gemaakt of eigenlijk wat Judith nog niet eerder heeft gemaakt.
Ik vond het wel leuk om iets met aardbeien te maken en al bladerend door het boek Home Made Zomer kwam ik deze strawberry shortcakejes tegen.
Ja dat moest hem worden, niet heel erg moeilijk en weer eens helemaal wat anders.
De wekker vroeg gezet zodat ik ze op de zelfde dag kon maken, super vers zo uit de oven dat is natuurlijk het aller lekkerst.
Het recept zou zijn voor 8 stuks maar ik heb er 10 wat kleinere uitgehaald en toen nog een tweede blik met 6 iets grotere. De eerste 10 had ik in een ijstang van 55mm afgevlakt en de laatste 6 ook in de ijstang van 55m maar dan met een kop erop.
De grotere heb ik bij de thee geserveerd en ik kreeg de indruk dat het erg lekker was……

Ingredienten:

Voor de vulling:
500 gram aardbeien, kroontjes eraf en gehalveerd
50 gram suiker (ik heb 20 gram gebruikt omdat onze aardbeien van zichzelf al lekker zoet zijn)
De rasp van een sinaasappel
125 ml slagroom, stijf geklopt (zonder suiker)

Voor de shortcake:
450 gram bloem
150 gram suiker
4 tl bakpoeder
Snufje zout
100 gram koude boter, in blokjes
125 ml slagroom
2 grote eieren
½ tl vanille – extract

Beetje lichte olie voor het invetten van de ijstang

Bereidingswijze:

Doe de aardbeien in een kom met de suiker en het sinaasappelrasp en zet afgedekt weg.
Verwarm de oven voor op 190° C.

Pulseer in een keukenmachine de bloem, bakpoeder, suiker en het zout door elkaar, doe de boter erbij en pulseer dit erdoor tot je fijne kruimels hebt.
Klop de eieren los en doe dit samen met de slagroom bij het mengsel.
Druk nog een paar keer op de pulseknop tot het deeg net samenhangt, niet te lang.


Schep nu met een ingevette ijsschep of maatschep bollen op het bakblik. Ze moeten niet te dicht op elkaar omdat ze nog flink rijzen.
Bak ze 12-14 minuten mooi goudbruin en gaar.
Laat ze uit de oven op een rooster even rusten, snijd ze door en doe er een flinke lepel slagroom op met daarover de gemarineerde aardbeien.






dinsdag 16 juli 2013

Horror in de Dahlia’s



We hebben voor het tweede jaar Dahlia’s in de tuin, ik was er nooit zo weg van maar ik had ze gekregen.
Dus vorig jaar toch maar geplant en ik moet toegeven het viel me niet tegen, het viel eigenlijk heel erg mee, ik vond ze zelfs mooi.
Maar het nadeel van Dahlia’s is dat ze zijn niet winterhard dus je moet ze in het najaar oprooien en vorstvrij opslaan en ik weet van mezelf dat is niet mijn sterkste kant….
In het najaar is het klaar, de tuin sterft langzaam af, ik doe er dan ook niet veel meer aan, ik knip ook niks terug voor de winter. Het ziet niet zo netjes maar het is wel beter, het geeft de beplanting een natuurlijke bescherming.





Maar als je langer dan een jaar plezier wilt hebben van je Dahlia’s dan moet je ze dus oprooien en dat heb ik dus ook gedaan. Netjes alle kleuren in aparte kratjes (gelabeld) en in de garage opgeslagen, later in de winter toen het echt begon te vriezen hebben we ze naar de logeerkamer verhuisd.
Wonderwel is het goed gegaan, van het voorjaar kwamen er allemaal jonge groene scheutjes uit de onooglijke wortelstokken, toch wel erg leuk om te zien.
Ik heb ze begin april geplant en al snel kwamen de eerste groen blaadjes boven de grond, heerlijk fris groen blad….






Maar nu is het dus horror in de Dahlia’s de slakken hebben ze ontdekt en gaan iedere nacht uit eten in onze Dahlia’s, heerlijk vinden ze ze.
Een ramp vinden wij, ze eten zich tonnetje rond aan de blaadjes maar ook vinden ze de toppen waar de bloemknop in komt een delicatesse. Deze bijten ze af, laten hem op de grond vallen en eten daar dan verder.
Ik heb op een ochtend ruim 60 slakken gescoord, het meeste van die glibberige naaktslakken brrrrr. Ik gooi ze over sloot, daar kunnen ze naar hartenlust verder eten. Mijn handen hebben geen dagcrème meer nodig naar zo’n zoekactie, ze zijn zijdezacht van het slijm…..




Vorige week reed ik door een dorpje en wat zie ik, een oude mannetje in zijn tuin tussen prachtige al bloeiende Dahlia’s, ik er naar toe om te vragen hoe hij dat voor mekaar krijgt.
Hij liet het me zien, kleine korreltjes tussen de planten, maar dat wil ik liever niet voor de vogels en de egels. Maar deze korreltjes konden geen kwaad, die kun je zo op brood eten zei hij….
Ik kon wel een zakje meekrijgen, hij had genoeg.
Met de korreltjes naar huis en deze heel minimaal om de Dahlia’s gestrooid. Nu maak ik elke ochtend een rondje Dahlia’s en haal daar de slakken weg die bij de korreltjes zitten en ook de listige jongens die de korreltjes weten te ontwijken en lekker aan het ontbijten zijn haal ik weg.

Ik zag de eerste bloemknoppen, nu maar hopen dat deze het vreetfestijn overleven en straks staan te stralen in de tuin.




maandag 15 juli 2013

Vlierbloesemsiroop




Een paar weken terug vroeg een vriendin of ik nog vlierbessensiroop wilde hebben, ze had het zelf gemaakt.  Een week later lees ik op 'Eten uit de volkstuin' een lekker recept voor chocolademousse en wat moet daarin, vlierbloesemsiroop…
Ik had nog geen flesje siroop gekregen, en het idee om het zelf te maken sprak me ook wel aan.
Dus opzoek naar een bloeiende vlier, normaal zijn die nu allang uitgebloeid maar alles is zo’n drie weken later dus grote kans om nog een bloeiende vlier te vinden.
En dat lukte, in overvloed zelfs, ik heb een plastic tas vol geplukt, geen idee hoeveel het aan gewicht was maar ik dacht van wel genoeg.
Thuisgekomen heb ik Home Made erbij gepakt, ik wist dat daar een recept in stond. Ook heb ik het recept van ‘Eten uit de volkstuin’ er nog even bijgezocht en van die twee recepten heb ik het volgende gebrouwen.

Ingredienten:

200 gram vlierbloesem, grove stelen verwijderd
2 liter lauw water
1 kg suiker
1 tl citroenzuur



Bereidingswijze:

Verwijder de grove stelen van de vlierbloesem, doe ze in een grote pot of en pan en doe er 2 liter lauw water bij. Zorg ervoor dat de bloesem onder water staat.





Zet de pot of de pan 24 uur op een warme plaats.
Giet het mengsel door een schone theedoek in een pan en breng aan de kook. Voeg de suiker en citroenzuur toe en roer tot de suiker is opgelost.
Giet het in schone flessen op potten en sluit af.
Je kunt het zo wel een half jaar bewaren, eenmaal geopend in de koelkast zetten dan blijft het nog een paar weken goed.





Heerlijk zomers drankje aangelengd met water en veel ijs en misschien nog een takje munt. Je kunt er natuurlijk ook ijs van maken. Idee !?


zondag 14 juli 2013

Salade van quinoa, tomaat en gegrild zuurdesembrood




Een broodsalade, ook wel fattoush genoemd, maar dan met extra toevoeging de quinoa.
In diverse kookboeken staat een recept voor fattoush. Ze zijn in grote lijnen wel hetzelfde maar de quinoa is een idee van Ottolenghi en dat maakt hem toch weer net even anders.
Er wordt zuurdesembrood voor gebruikt, we hadden nog  eigen gebakken zuurdesem baguette in de vriezer die kon ik er mooi voor gebruiken.
Het recept is met 40 gram quinoa maar ik heb 100 gram gebruikt, we vinden het lekker (en het is heel erg gezond) dus mag er wel wat meer in.
De tomaten zijn nog niet uit eigen kas, de eerste beginnen nu een beetje te kleuren dus dat zal niet zo lang meer duren. De komkommer is wel uit de kas, regelmatig kunnen we er eentje plukken, heerlijk!
De salade is niet moeilijk om te maken en er gaan ook geen bijzondere ingrediënten in dus ideaal voor een zomeravond buiten op het terras.

Ingredienten voor 4 personen:

40 g quinoa  (ik heb 100 gram gebruikt)
4 sneden zuurdesembrood (in totaal 300 g)
¾  dl olijfolie, plus extra om het brood te bestrijken
4 rijpe middelgrote tomaten (in totaal 400 g)
3 minikomkommers (in totaal 250 g), ongeschild
½  kleine rode ui, in flinterdunne ringen
4 eetl. fijngesneden koriander
1½ eetl. fijngesneden munt
2 eetl. fijngesneden peterselie
1 eetl. citroensap
¾  eetl. rodewijnazijn
2 kleine tenen knoflook, fijngehakt
zout en zwarte peper




Bereidingswijze:

Verhit de oven tot 180 °C.  Doe de quinoa in een pan met kokend water en kook het graan in 9 minuten gaar. Giet het af in een fijne zeef, spoel het onder koud water en laat het uitlekken.

Bestrijk het brood met wat olijfolie en strooi er wat zout over. Leg ze op een bakplaat en zet ze ongeveer 10 minuten in de oven; keer ze  halverwege de tijd om. Het brood moet nu goed droog en knapperig zijn. Neem het uit de oven, laat het af­koelen en breek het in ongelijke  stukken.

Snijd de tomaten in blokjes van grofweg 2 cm en doe ze in een mengkom. Snijd de komkommers in stukjes van hetzelfde formaat en doe ze bij de tomaten. Voeg de overige ingrediënten toe met de quinoa en croutons en meng alles losjes door elkaar. Proef en voeg naar smaak nog wat zout en peper toe.

Je kunt de salade een korte tijd laten staan, dan wordt het brood wat zachter, ook weer niet te lang want dan wordt het sompig.




vrijdag 12 juli 2013

Tuinbonen uit eigen tuin



Het is zover, we plukken tuinbonen en niet zo zuinig…..
Tuinbonen kunnen goed tegen de kou dus die hebben niet zoveel last gehad van het lange koude voorjaar.
Het in ongelooflijk wat een mega planten er uit een tuinboontje komen, hoge sterke planten,  ze waaien nu wel een beetje om door de harde wind maar er is geen schade.
We plukken de bonen als ze nog niet zo heel groot zijn, kleine boontjes zijn het lekkerst. 
Ik vind het altijd weer een prachtig gezicht als je een peul open maakt en je ziet de boontjes in het lekkere zachte vachtje liggen... 

Na het doppen sorteren we de boontjes in groot en klein, de kleintjes gaan in een bakje en de grote gaan in een zak. De kleintjes eten we zo en de grote worden dubbel gedopt en dan gebruikt voor puree of burgers. Als het goed is hebben we veel meer kleine boontjes dan grote, maar als je te lang wacht met plukken is het andersom….

Invriezen gaat  heel goed, gewoon zo rauw in de vriezer, niet blancheren of wat dan ook, en dan bevroren in het kokende water, gaat prima.
De voorraad van vorig jaar is op dus we kunnen de vriezer weer vullen, ook geven we heel wat weg, de familie rekent ook op een aantal porties en als het echt veel is gaat er ook nog naar de buren die lusten zo ook heel erg graag.



Beworteld tuinboonplantje klaar om te planten
Uitzetten van de jonge plantjes









 






Het tuinbonenveldje



Daar zijn ze dan, de eerste tuinbonen

Bloeiende tuinbonen ruiken heerlijk




Opbrengst van een paar regels plukken




Gedopte opbrengst van 1 tub




Klaar voor de vriezer











donderdag 11 juli 2013

Zoete aardappelkoekjes




Ik had ze al een keer gemaakt en dat was zo’n succes dat ik ze nog een keer heb gemaakt.
Heerlijke koekjes van zoete aardappel uit Plenty. Er staan diverse recepten in met zoete aardappel, de meeste heb ik wel gemaakt en allemaal zijn ze lekker.
Het is alleen jammer dat de zoete aardappel niet uit eigen tuin komt, Judith had het er ook al over maar volgens mij kun je ze hier niet telen, ze hebben meer warmte nodig. Het is ook eigenlijk geen aardappel maar wordt wel als zodanig verkocht. Ik vond een leuk artikeltje op internet waar het allemaal in beschreven staat: zoeteaardappel

Ik heb het halve recept gemaakt voor twee personen. De volgende keer maak ik het hele recept en vries de koekjes die over zijn in, tenminste als er koekjes overblijven…..

Ingredienten voor 4- personen:

1 kg zoete aardappel, in flinke stukken gesneden
2 tl sojasaus
100 g bloem
1 tl zout
½ tl fijn kristalsuiker
3 eetl. fijngesneden bosui
½ tl fijngesneden verse rode chilipeper, of naar smaak
Royaal boter om te bakken

Saus:

50 g griekse yoghurt
50 g zure room
2 eetl. olijfolie
1 eetl. citroensap
1 eetl. fijngesneden koriander

Bereidingswijze:

Stoom de zoete aardappelen botergaar en laat ze in een vergiet minsten een uur uitlekken. Ik heb ze gewoon gekookt maar wel ruim een uur laten uitlekken.
Klop intussen alle ingrediënten voor de saus door elkaar en zet opzij.

Doe de aardappelen als ze droog zijn en een mengkom met de overige ingrediënten (behalve de boter). Mix alles goed, tot een gelijkmatig mengsel, dit gaat heel gemakkelijk met de hand. Meng niet te lang, het moet een samenhangend mengsel zijn. Voeg als het te vochtig is nog wat bloem toe.

Smelt een beetje boter in een koekenpan met antiaanbaklaag. Schep voor elk koekje en eetlepel aardappelmengsel in de pan en druk het met de bolle kant van de lepel uit tot een koekje van zo’n 5 cm doorsnede en 1 cm dikte. Bak de koekjes op halfhoog vuur in circa 6 minuten aan beide kanten tot ze een mooi bruin korstje hebben. Leg de koekjes tussen twee lagen keukenpapier om het vet op te zuigen. Dien ze heet of warm op en geef er de saus bij.


dinsdag 9 juli 2013

Gebakken sla met pancetta en doperwten



Als je een moestuin hebt dan heb je ook sla……..
We hebben diverse soorten, uiteraard de ‘gewone’ kropsla, gemengde bladsalade, pluksla, wilde rucola, gewone rucola en Romeinse minisla ook wel Romano of Little Gem genoemd.
Pluk -snijsla en rucola zaai ik direct op regel, kropsla en Little Gem zaai ik voor in een tray en dan vier stuks  per soort. Niet heel veel dus, we zitten dus nooit met tien kroppen sla die op moeten.
We lusten het graag, lekker met gebakken aardappeltjes of gewoon een groot bord vol met tomaat, bosui, geitenkaas, avocado en een lekker stuk eigen gebakken brood, heerlijk.




Vandaag hadden we twee kropjes Little Gem uit de tuin, die kun je ook goed warm bereiden. Ik had een recept gezien in ‘Vers uit de tuin’ van Sarah Raven, een geweldig mooi boek met heerlijke recepten met alles wat er in de moestuin kan groeien.
Een super simpel gerecht maar we vonden het heerlijk, komt ook wel door de pancetta, dat geeft natuurlijk een heerlijke smaak.
Als er straks weer kropjes Little Gem klaar zijn komt dit zeker nog een keer op tafel, en dan misschien een keer zonder spek proberen.
We hadden er basmatirijst bij en hebben het met zijn tweeën opgegeten….

Ingrediënten voor 4-6 personen

80 g boter (ik heb koolzaadolie gebruikt)
Beetje fijne kristalsuiker
Zout en zwarte peper
1 teen knoflook
500 g verse doperwten (ik had ze uit de vriezer, 200 gram)
6 dunne plakjes bacon of ham, ik had pancetta
2 kropjes Little Gem
Bosje bladpeterselie, fijngesneden



Bereidingswijze:

Breng 500 ml water met 20 gram boter een beetje suiker en wat zout en  peper aan de kook. Blancheer de doperwten hierin 3-5 minuten, afhankelijk van hun formaat. Giet ze af en spoel ze koud onder de kraan.
Ik heb de bevroren erwtjes gewoon tegelijk met de sla en de pancetta bij de knoflook gedaan, ging prima.
Verhit de rest van de boter in een hapjespan. Bak hierin de knoflook op laag vuur zonder hem te laten kleuren. Voeg de bacon, ham of pancetta, sla en doperwten toe en bak het geheel 2 minuten.
Strooi er wat zout en versgemalen peper over en bestrooi met fijngesneden bladpeterselie.
Je kunt nog wat boter toevoegen maar ik heb dat niet gedaan, ik heb een scheutje water toegevoegd.




maandag 8 juli 2013

Baguette van roggezuurdesem




Het was weer de hoogste tijd om wat te bakken met zuurdesem, ik bak er nog wel regelmatig mee maar die broden staan al op de blog dus die hoeven niet meer.
Nu weer wat nieuws: baguette, een soort van mini stokbroodje. Ik heb al eerder gewoon stokbrood gebakken maar dat is al weer jaren terug en dat was nog voor het zuurdesem tijdperk.



Het kriebelde ook al een paar weken om baguettes te bakken omdat we daar we daar nu een speciaal ‘bakblik’ voor hebben. Deze zat ook in ‘de blije doos’ die Judith had samengesteld toen zij op vakantie in Frankrijk was.  Zonder kun je natuurlijk ook baguettes en stokbroodjes maken maar met deze vorm is het extra leuk!

Het zijn redelijke baguettes geworden, het was wel een heel gemartel om ze te vormen en in het bakblik te krijgen, het deeg was erg nat en slap, maar uiteindelijk lukte het redelijk.
Het resultaat viel niet tegen, ze rezen mooi en ook in de oven hadden ze nog een kleine ovenrijs.
De smaak was wel even wennen, echt zuurdesem (hoe kan het anders) maar toch wel lekker.
Zeker een recept om nog een keer te maken.

4 baguettes

Het recept komt uit het boekje: Zuurdesem van Martin Johansson. 
Ik was dit vergeten te vermelden maar werd erop gewezen door een anonieme reactie (zie hieronder). Uiteraard hoor ik dit wel te vermelden daarom alsnog de link naar het boekje.

Dag 1, avond

100 g roggezuurdesemstarter
200 g tarrwebloem
100 g roggerneel
350 ml lauw water

Meng starter, water, bloem en meel in een ruime kom. Dek af met huishoudfolie en laat de kom op een warme plaats (zo rond de 22-24 °C) een nacht staan.

Dag 2, ochtend

Het zuurdesem van gister
3oo ml water
700 g  sterke tarwebloem
20 g zout

Bereidingswijze: 

Meng alle ingrediënten, behalve het zout, in een kom en kneed het deeg 8 minuten in de keukenmachine (5 minuten op lage en 3 minuten op iets hogere snelheid). Voeg dan het zout toe en kneed nog eens 2 minuten.




Vet een kunststof bak in met een neutrale olie (koolzaadolie of zonnebloemolie), doe het deeg in de bak en leg het deksel erop. Het is handig om met een streepje aan te geven tot waar het deeg moet komen, zodat je goed in de gaten kunt houden hoe het rijst. Laat het deeg in 3 tot 5 uur tot dubbele grootte rijzen. Vouw het deeg twee of drie keer terwijl het in de bak rijst. De eerste keer na 1 uur, daarna om het halfuur. Vouw met natte handen het deeg van links naar binnen, van rechts naar binnen, en van onder en boven naar het midden. Hoe je het deeg precies vouwt, maakt eigenlijk niet zo veel uit, als je maar voelt dat het deeg soepel wordt.







Haal het deeg uit de bak, leg het op een met bloem bestoven werkvlak en verdeel het in 4 stukken. Vormde stukken deeg tot bollen, laat ze 20 minuten rusten en rol er dan baguettes van. Laat de broden 1-2 uur rijzen tot het deeg niet meteen terugveert als je erop drukt.
Verwarmde oven ruim op tijd voor op 275 °C. Plaats een bakplaat of ovensteen in het midden van de oven en schuif een stevige plaat op de onderste richel.



Zet de baguettes na het rijzen in de oven, en leg een paar ijsblokjes op de onderste plaat. Lucht na 10 minuten de oven door de oven­deur even te openen en te sluiten, zodat de stoom kan ontsnappen. Herhaal dit enkele keren tijdens het bakken. Haal de broden na ongeveer 15-20 minuten uit de oven als ze mooi bruin van kleur zijn.