woensdag 29 juli 2015

Courgettesoep met kokos





Het is weer zover, courgettes in overvloed, elk jaar hetzelfde liedje.
En wat ook elk jaar weer hetzelfde is, kleine courgetjes worden heel snel groot. Op tijd plukken, alle dagen kijken, een dag niet gekeken en je hebt dikke courgettes.
Kleine courgettes zijn het lekkerst, de dikkerds gebruik ik meestal voor soep.
Ik ben dan ook altijd opzoek naar courgettesoep die net weer even anders is, nou dat is bij deze gelukt.
Totaal anders dan de eerdere courgettesoepjes die al op de blog staan. Houd je van kokos dan is dit jou soep, het geeft net weer een andere smaak.
Lekkere soep voor troosteloos weer......

Heb je ook zo veel courgettes, kijk voor meer courgette recepten onder het kopje courgette of klik 'hier'

Het recept komt uit 'Vers uit de tuin' van Sarah Raven.

Ingrediënten:

1 kg middelgrote courgettes, in blokjes (zijn ze erg dik verwijder dan de zaden)
1 grote ui, fijngesneden
1 el olijfolie
1 tl gemberwortel, geraspt
2 tenen knoflook, fijngesneden
2 el basilicum, fijngesneden, plus wat extra
2 el munt, fijngesneden, plus wat extra
1 l bouillon, groente of kippen (van een blokje)
250 ml kokosmelk

Bereidingswijze:

Verwarm de olie in een soeppan en bak de uien op laag vuur glazig. Voeg de gemberwortel, knoflook en courgette toe en bak even mee. Doe de basilicum, munt en de helft van de bouillon erbij en breng aan de kook. Laat het 10 minuten koken tot de courgette gaar is.
Pureer de soep met een staafmixer of in een blender. Doe de rest van de bouillon en kokosmelk erbij en laat de soep nog 5 minuten trekken. Breng eventueel op smaak met zout en peper. Schep de soep in kommen en strooi er nog wat basilicum en munt over.





zaterdag 25 juli 2015

Driegranendesembrood met zaden en pitten





Dit is nu de vierde keer dat ik dit brood maak, de eerste keer alleen met desem  en de keren erna met een beetje gist.
Dat kleine beetje gist scheelt enorm in rijstijd, het brood is dan klaar als je het onder de middag wilt eten. Als je 's morgens om een uur of acht begint dan is het rond elf uur klaar, kan het nog afkoelen, heb je met de lunch een krakend vers brood.
Wij vinden dit een topper, lekker met de zaden en pitten erin, daarmee varieer ik wel eens wat. We eten het zo, of ik rooster het even in de broodrooster, ook kun je er heerlijke bruschetta's me maken.
Ik maak ik het brood met roggedesem, het originele recept is met tarwedesem. Eerder had ik twee soorten desem in de koelkast staan, ben nu overgegaan naar alleen de roggedesem. Deze desem gebruik ik nu voor alles, weet niet of dat zomaar kan maar tot nu toe gaat het prima.
Het recept komt uit het boek Brood uit eigen oven, van Levine (http://uitdekeukenvanarden.blogspot.nl/), het is bijna overbodig om dat te vermelden, bijna alle broden die we bakken komen uit dit boek.
De laatste twee keer heb ik het recept verdubbeld en er twee broden van gemaakt, een grote bol en een grote batard, kunnen we effe langer van eten.
Het is dan wel wat vol op de pizzasteen maar het kan net (op zijn Hollands...)

Ingrediënten:

Levain:

20 g actief tarwe-of roggedesem
80 g water (20 - 25 °C.)
80 g tarwebloem

Deeg:

315 g water
450 g tarwebloem
30 g volkorentarwemeel
30 g roggemeel
20 g lijnzaad (of gebroken lijnzaad)
20 g geroosterd sesamzaad
20 g zonnebloem- of pompoenpitten
2.5 g droge gist
11 g zout

Extra:

zonnebloemolie
rijsmandje bestoven  met roggebloem
semolina voor de pizzasteen


Bereidingswijze:

Begin de avond van tevoren met de levain.
Los de desem op in het water, roer de tarwebloem erdoor en zet het een nacht (10-12 uur) weg op kamertemperatuur.

Volgende morgen:
Doe levain, water, tarwebloem, volkorentarwemeel, roggemeel en alle zaden en pitten in een kom. Kneed hier in ca. 3 minuten een ruw deeg van. Dek de kom af en  laat het zo ca. 20 minuten staan.
Voeg het zout en de gist toe en kneed nog een minuut of 8 tot het een mooi soepel deeg is.
Vorm een mooie bal van het deeg en doe het in een met zonnebloemolie ingevette kom. Draai het deeg zodat de hele bal voorzien is met een beetje olie. Dek de kom af en laat deze ca. 1 uur rijzen, tot het deeg in volume is verdubbeld. Het deeg is goed gerezen als je er met een vinger in prikt en het gat blijft staan.

Kiep het deeg uit de kom op een licht met zonnebloemolie ingevette werkplek.
Druk met je handen de lucht eruit en bol het deeg op. Laat het zo ca. 20 minuten afgedekt liggen. Maak er nu een rond brood of een batard van, of twee kleine broodjes.
Ik maak meestal een batard, dan heb je meer sneeën ;-)
Leg het deeg met de naad naar boven in het bestoven rijsmandje, dek het af met plastic folie en laat het ca. 60 minuten rijzen, tot het bijna in volume is verdubbeld.
Het deeg is goed genoeg gerezen als je er met een (natte) vinger zachtjes op drukt en het veert langzaam terug.

Verwarm de oven op tijd voor met daarin een pizzasteen of bakblik op 230 °C. onder-bovenwarmte of 210 °C. hete lucht.
Verwarm een braadslede (waar je straks heet water in doet voor stoom) mee.

Haal de (hete) pizzasteen of bakblik uit de oven en bestrooi deze licht met semolina. Kiep hier voorzichtig het deeg uit het rijsmandje op. Snijd het deeg voorzichtig in en schuif het geheel in de oven. Giet nu ca. 1.5 dl kokend water in de meeverwarmde braadslee. Sluit direct de deur.

Bak het brood 20 minuten, verwijder dan de braadslee, voorzichtig er kan nog 'heet' water inzitten. Verlaag de temperatuur naar naar 200 °C.  (of 180 °C.) en bak het brood nog 20 minuten tot het gaar en bruin is.  Wordt het brood te donker, leg er dan een stuk aluminiumfolie over.
Laat het brood na het bakken afkoelen op een rooster.




woensdag 22 juli 2015

Pasta met postelein, walnoot en tomaat






Postelein, wordt het nog wel gegeten? Ik zie het bij de Lepelaar wel liggen dus zal er wel animo voor zijn. Thuis  aten we het bijna nooit, komt ook wel omdat mijn opa het niet op de tuin had. Heel veel van wat we aten kwam uit zijn tuin, in ieder geval zomers.
Worteltjes, peultjes, kool, spinazie, sla, andijvie,bloemkool, komkommer en uiteraard aardbeien.
Ik had zomaar een regeltje gezaaid, het is een makkelijk groeier, voor je er erg in hebt kun je snijden.
Wacht daar niet té lang mee anders zijn de stelen te dik, dat is niet lekker.
Maar dan heb je een vergiet vol en dan.....
Gekookte groente ben ik geen liefhebber van, denk dan aan de andijvie die we vroeger thuis aten, nee niet echt een succes. Was ik sowieso een hele slechte eter, gelukkig is dat een heel eind bijgetrokken.
Waarom niet door de pasta, net als ik wel eens met spinazie of snijbiet doe. Niet stuk koken, alleen even laten slinken, zo blijven alle vitamientjes ook het best bewaard.
Lekker, we kunnen niet anders zeggen, het heeft wel wat van spinazie of snijbiet weg, alleen wat fijner van smaak. Ik zal eens op het zakje zaad kijken tot wanneer er gezaaid kan worden, dit lusten we wel vaker.

Ingrediënten voor 2 personen:

3 flinke handen postelein, goed gewassen en dikke stelen verwijderd
olijfolie
1 ui, gesnipperd
2 teentjes knoflook, fijn gesnipperd
200 g kerstomaatjes, in vieren
75 g zachte blauwe kaas
50 g walnoten, geroosterd en in stukjes
peper uit de molen
zout
200 g pasta, ik heb linguine gebruikt

Bereidingswijze:

Kook de pasta volgens de aanwijzing op de verpakking.
Verhit een scheutje olijfolie in een (grote) hapjespan, doe de ui en knoflook erbij en bak dit op middelhoog vuur glazig.
Doe er twee flinke handen postelein en de tomaatjes erbij, schep om zodat de postelein slinkt. Doe de blauwe kaas erbij en laat dit smelten, voeg zo nodig een beetje water of kookvocht van de pasta toe om het smeuïg te maken.
Doe nu de gekookte pasta erbij, meng alles goed door elkaar. Nu gaat de overgebleven postelein en de walnoten erbij, schep het nogmaals om en serveer.



  

zaterdag 18 juli 2015

Pavlova met vers zomerfruit






Als je jarig bent wordt er toch wel enigszins verwacht dat er zelf gebakken wordt. Dat is op zich het probleem niet, maar ik vind het leuk om niet alle jaren met hetzelfde te komen.
Iets met vers fruit uit de eigen tuin wilde ik maken, maar wat....
Een vlaai of kwarktaart kan altijd maar iets nieuws is veel leuker.
Ineens wist ik het, een pavlova moest het worden, eigenlijk meer een dessert dan  een taart voor een verjaardag, omdat hij in één keer op moet.
Er waren nogal wat afzeggingen, (iedereen gaat maar met vakantie...) dus ik dacht als ik nou niet teveel bak dan gaat ie misschien wel helemaal op, dat lukte bijna. Ik kan niet anders zeggen dan dat het een succes was. Het aansnijden was het enige waar ik tegenop zag, dat zal wel een ramp worden, maar dat viel niet tegen, nog redelijke puntjes wist ik er van te snijden.
Het recept komt uit mijn nieuwe boek 'Mary Berry's bakbijbel'

Ingrediënten:

4 grote eiwitten
225 g fijne suiker
2 afgestreken theelepels maïzena
2 tl witte wijnazijn

Voor de vulling:

300 ml slagroom, stijf geklopt
350 gr vers fruit (aardebeien, bessen, bramen, frambozen, wat je lekker vind)
takje munt, alleen de blaadjes

Bereidingswijze:

Verwarm de oven voor op 160 °C.
Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Doe de eiwitten in een grote kom en klop ze stijf. Doe als de eiwitten al mooi wit zijn de suiker en lepel voor lepel bij. Doe de volgende lepel er pas bij als de vorige goed is opgenomen.
Meng de maïzena met de witte wijnazijn in een kommetje en meng dit door de meringue.

Schep de merengue op de bakplaat en maak er een rond geheel van ca. 24 cm van. Je kunt van te voren een cirkel op je bakpapier tekenen van ca. 24 cm, ik heb het uit de losse pols gedaan. Maak met een lepel of spatel een soort van uitholling in het midden, niet te diep, er moet nog genoeg bodem overblijven.
Hier gaat straks de geklopte slagroom in.

Zet de merengue in de oven en draai direct de temperatuur terug naar 150 °C.
Bak de merengue 1 uur, tot hij stevig aanvoelt en kleurtje heeft.
Zet de oven uit en laat de merengue in de oven afkoelen tot hij helemaal koud is. Je kunt dit dus prima een avond van tevoren maken, de hele nacht kan hij in de oven blijven om af te koelen.

Haal de koude merengue uit de oven, verwijder het bakpapier en leg hem op een schaal of bord. vul de uitholling met de stijf geklopte slagroom en verdeel hier het verse fruit over.

Zet de pavlova 1 uur voor het serveren in de koelkast.




woensdag 15 juli 2015

Dubbel gedopte tuinbonen met tomaat en geitenkaas





Tuinbonen, je vindt ze lekker of je vindt ze niet lekker, een tussenweg is er denk ik niet.
Wij vinden ze lekker, daarom hebben we ze ook in de eigen tuin. Het is een makkelijke groente om zelf te kweken, lukt bijna altijd. Bijna, want dit jaar voor het eerst hebben we niet zo een beste opbrengst. Waar we eerder liepen te leuren met de tuinbonen, hebben we dit jaar net onze eigen wintervoorraad op peil. Het is dus genoeg maar weggeven is ook altijd leuk.
Hoe het komt weten we niet, het koude voorjaar heeft denk ik geen invloed, tuinbonen kunnen goed tegen de kou. Ik denk eerder droogte, we hadden eerder moeten sproeien, maar dat is achteraf.
Ook zaten ze dik onder de zwarte (bonen) luis, ook erger dan andere jaren, denk dat dat ook erger is met droogte. Volgend jaar nieuwe ronde nieuwe kansen.

Tuinbonen zijn goed in te vriezen, we blancheren ze niet, ze gaan zo rauw de vriezer in, met soms het zand er nog aan. Als je ze afwast dan is het weer een heel gedoe om ze droog te krijgen, en ze moeten droog ingevroren anders krijg je zo'n ijsklomp. Dan maar wat zand, dat zakt tijdens het koken wel naar de bodem.

Dit gerecht is met dubbel gedopte tuinbonen, daar is het grauwe schilletje vanaf. Wij doen dat alleen met de grootste bonen, de kleintjes eten we met huid en haar, wel zo makkelijk en ook lekker.

Ingrediënten:

500 g tuinbonen, dubbel gedopt
150 g kerstomaatjes, doormidden
2 bosui, in ringetjes
1 el chimichurri, optioneel maar wel erg lekker (recept vind je hier)
  of pesto van basilicum, dat gaat ook heel goed samen
geitenkaas
olijfolie
zout en versgemalen peper

Bereidingswijze:

Blancheer de tuinbonen een minuut of 3 in kokend water, giet af en spoel onder de koude kraan.
Dubbeldop de tuinbonen door de groene boontjes uit het grauwe schilletje te knijpen.

Verwarm een scheutje olijfolie in een hapjespan en doe de dubbel gedopte tuinboontjes erbij. Laat dit op heel zacht vuur een minuut of 10 garen. Doe er na 5 minuten de tomaatjes en de bosui bij, laat het geheel nog  5 minuten zachtjes sudderen.
Doe er de chimichurri of pesto bij en roer goed door elkaar, breng op smaak met zout en peper.
Verdeel de geitenkaas erover en serveer.





zaterdag 11 juli 2015

Chimichurri voor vlees, vis, groente....





Chimichurri is iets wat ik al heel lang op mijn lijstje heb staan om te maken.
Geen lijstje in mijn telefoon, zo hip ben ik niet..... Een lijstje in mijn hoofd, het is dus door niemand te controleren, kan handig zijn.
Chimichurri dus, de naam alleen al, een mix van kruiden, olijfolie, knoflook en azijn. Een soort van salsa uit Uruguay.
Jaren geleden heb ik een keer een recept uitgeprint en netjes in de map soep en saus gedaan, wachtend op het goede moment.
Afgelopen weekend was het zover, lekker brood gebakken, een mooie biologische ribeye, daarbij de chimichurry.
Heerlijk, wat een lekker broodje was dat, zo simpel maar zo lekker.
Niet alle chimichurri ging op maar je kunt het in de koelkast goed bewaren, als je er maar voor zorgt dat er een laagje olie op staat.
Maar lang zal dat niet duren, ik heb het van de week op een stukje zalm gedaan, over een groot bord met salade gedruppeld. En wat denk je van een bruschetta met geroosterde groente en daarop een beetje chimichurri. Mogelijkheden te over, ik denk dat het potje zo leeg is.

Ingrediënten:

100 ml olijfolie
2 el rode wijnazijn
bosje oregano
bosje peterselie
takje rozemarijn, alleen de blaadjes
paar takjes tijm, alleen de blaadjes
1 rode peper, heel fijn gesneden
4 tenen knoflook
zout en peper

Bereidingswijze:

Doe de oregano, peterselie, rozemarijn, tijm en knoflook in een vijzel en stamp het goed fijn.
Doe er beetje bij beetje de olie bij en vijzel tot een mooie pasta met stukjes. Doe de azijn en fijngesneden rode peper erbij, breng op smaak met zout en peper en meng het goed door elkaar.
Je kunt het ook heel fijn hakken als je geen vijzel hebt. Ik denk dat het in de keukenmachine te fijn wordt, dan word het te glad, het moet meer een salsa worden.





woensdag 8 juli 2015

Freekehsalade met rode bessen




Een receptje uit het Noord-Hollands Dagblad van Janny van der Heijden. Ik las het, heb het uitgeknipt en de dag erna gemaakt. Meestal belanden de knipsels in een la, maar deze niet, zo moet het eigenlijk.
Een salade met freekeh en rode bessen, supergezond. Freekeh is een geroosterde groene tarwe met een hoge voedingswaarde en een nootachtige smaak. Het bevat veel vezels, ijzer en vitamine B, zelfs het viervoudige van zilvervliesrijst.

Freekeh hadden we nog nooit gegeten, er stond al wel een tijdje een doosje in de kelder nu kon ik het mooi uitproberen. Rode bessen hebben we in de eigen tuin, tenminste de struiken, bessen zien we bijna nooit, worden opgegeten door de vogels.... Maar er is één struik die hebben ze nog nooit ontdekt, deze staat in de voortuin, tussen de Hortensia's. Hoe deze daar komt is ons een raadsel, zolang de vogels hem niet ontdekken laten we hem staan.
De rode bessen deden me denken aan granaatappelpitten, ze spatten open als je er op bijt en ze geven ook dat zuurtje. De Hollandse granaatappelpit, jammer dat je ze niet jaarrond kunt kopen anders was het een mooie vervanger.

Een heerlijke zomerse salade, makkelijk te maken, perfect voor deze tropische temperaturen.

Ingrediënten:

200 g freekeh
50 g pistachenootjes, gepeld en geroosterd
4 el olijfolie
2 el witte balsamicoazijn, dit hebben we niet
   ik heb 1 el donkere balsamicoazijn gebruikt en 1 el witte wijn azijn
2 takjes munt, de blaadjes, grof gehakt
50 g rucola
150 g rode bessen, van de takjes gerist

optioneel:
Geitenkaas 
 

Bereidingswijze:

Bereid de freekeh volgens de aanwijzing op de verpakking.
Meng de olijfolie met de balsamico en doe dit door de freekeh.
Hak de geroosterde pistaches grof en meng samen met de rucola en munt door de freekeh.
Schep er als laatste voorzichtig de rode bessen door.
Ik had er nog geitenkaas door gedaan (na de foto...), was erg lekker.

 
 

zaterdag 4 juli 2015

Kaiserbroodjes





Je blijft aan de gang met het boek van Levine 'Brood uit eigen oven'. (http://uitdekeukenvanarden.blogspot.nl/)
Er staat echt veel in en de meeste baksels wil je direct wel uitproberen.
En het wordt, bij ons tenminste nog lang niet afgezaagd, want ieder recept is weer een verrassend broodje apart !
Zo kom je niet direct zonder te zitten, wat altijd van pas kan komen in deze ongewisse tijden. Nou heb je wel heel wat bolletjes nodig, denk ik, wil je een maand, laat staan een paar maanden vooruit kunnen.
Maar dat is weer een heel ander verhaal wat niks met bakken te maken heeft.

Aan de beurt zijn nu dus de kaiserbroodjes, het recept is voor 9 stuks.
Als het lukt zijn ze knapperig van buiten en zacht van binnen. Meer het type 'ruwe bolster, blanke pit'…
Doet me ook weer aan de vakantie in Duitsland denken uit m'n jeugd, zie het verhaal bij de 'Harde Bolletjes'.
En vanzelf ook weer heerlijk met oude kaas of jam met roomboter. Of aardbeien uit de eigen tuin!

Kaiserbroodjes zijn een verhaal apart. Je kan ze op de simpele manier maken of op de moeilijke.
De moeilijke methode wordt hier beschreven omdat de 'simpele' (met gebruik van een stempel) hier niet werkt omdat we eenvoudig weg geen stempel hebben. Je moet van iedere bol een lange sliert rollen en daar vervolgens een knoop in leggen waar een padvinder jaloers op zal wezen…
Het is even stoeien maar dan heb je ook wat  !

Om de smaak optimaal te krijgen wordt gebruik gemaakt van een voordeeg of met een duur woord 'Pate Fermentée'. Het komt in het kort neer op een simpel deegje wat een nacht in de koelkast verblijft. Je maakt het dus een dag of avond van tevoren.

Ingrediënten voordeeg of Pate Fermentée:

140 gr tarwebloem.
0,7 gr instantgist.
2,5 gr zout
90 gr water van ongeveer 20 gr. C.

Ingrediënten deeg:

Het voordeeg in kleine stukjes.
285 g tarwebloem.
4 g instantgist.
5 gr zout.
15 gr zonnebloem- of olijfolie.
100 gr water van 20-25 gr. C.
50 gr ei op kamertemperatuur (1 middelgroot ei).

Extra
Sesamzaad of maanzaad om de bovenkant mee te bestrooien.
Zonnebloemolie voor de kom, werkplek en handen.
1 bakplaat, bekleed met bakmatje of bakpapier.

Bereiding voordeeg:

Begin de dag of avond van tevoren.
Doe de ingrediënten in een mengkom en roer het door elkaar.
Kneed deze massa een paar minuten met de hand en kieper het op het aanrechtblad. Kneed het nu nog even een paar minuten door, bol het een beetje op en doe het in een met olie ingevette kom.
Dek de kom af met b.v. een plastic douchemuts en laat deze ongeveer 45 minuten op kamertemperatuur staan.
Maak er hierna weer een bol van, doe het weer in de kom en laat afgedekt in de kom een nachtje in de koelkast staan. Zo kan het maximaal 2 dagen worden bewaard.

Bereiding deeg:

Haal het voordeeg ongeveer 30 minuten eerder uit de koelkast voordat je gaat kneden en verdeel het in stukjes.

Doe alle ingrediënten in een mengkom. Kneed deze massa ongeveer 10-15 minuten met de machine, eerst langzaam en vervolgens op middelmatige snelheid. Wij hebben het met de machine gedaan en dat ging prima zo.
Het deeg is eerst wat nat maar zal al spoedig soepel worden totdat het van de wand loslaat.
Wanneer je er een vliesje van kunt trekken, is het lang genoeg gekneed.

Maak een bal van het deeg en doe het in een licht met olie ingevette kom, zorg dat alle kanten een beetje met olie bedekt zijn en dek het af met een stuk plastic folie of een plastic douchemuts.
Laat het deeg nu ongeveer 1 uur rijzen op kamertemperatuur. Ik heb het 1 uur gedaan, in ieder geval tot het deeg ongeveer in volume is verdubbeld. Hangt een beetje van de temperatuur af, hoe warmer des te korter de rijstijd.
Als je er met je vinger in prikt moet er een gat blijven staan, dan is het deeg voldoende gerezen.

Leg het deeg op een licht geolied werkblad en vouw met je handen totdat alle lucht eruit is.
Verdeel het deeg met een deegsteker in 9 gelijke stukken van ongeveer 75 gr en bol deze stukken licht op. Laat deze zo'n 15 minuten afgedekt rusten.



Nu komt 't.....
Draai de bolletjes om zodat de onderkant boven komt te liggen en rol ze m.b.v. een deegroller plat tot een dun rechthoekig lapje van ongeveer 20 cm lang.
Rol het lapje over de lange kant op en knijp de naad met je vingers dicht.
Rol de streng nu met je handpalmen heen en weer totdat je een overal even dikke sliert krijgt.
Doe dit in een paar etappes en dek de sliert na iedere etappe af met een theedoek of plastic. Zorg dat de slierten niet langer worden dan een ongeveer 40 cm.
Maak een normale losse knoop in de sliert en zorg dat beide uiteinden ongeveer even lang zijn.  Steek de rechterstreng nu bovenlangs door de lus en druk deze aan de onderkant vast. Steek de linkerstreng onderlangs door de lus en druk deze ook aan de onderkant vast.

Heb je wel een deegstempel, bol dan het deeg nog een keer op en bestuif ze met wat bloem. Druk met met het deegstempel op het bolletje zonder dat je er helemaal doorheen drukt !

Leg de broodjes nu met ongeveer 5 cm tussenruimte op de bakplaat.
Maak ze een beetje nat met water, strooi er vervolgens wat sesamzaad of maanzaad op en druk deze een beetje vast in het deeg.
Dek het geheel weer af met ingevet plasticfolie.

Rijzen op kamertemperatuur.
Laat het deeg nu ongeveer 60 minuten rijzen totdat ze bijna in volume zijn verdubbeld. Het deeg is voldoende gerezen als je er met een natte vinger op drukt en de afdruk veert langzaam terug.
Stook intussen de oven op naar 220 ° C. onder-en bovenwarmte of met hete lucht, verlaag dan de temperatuur tot 200 ° C.
Bak de broodjes in ongeveer 15-20 minuten tot ze gaar en mooi bruin zijn.

Laat de broodjes als ze klaar zijn afkoelen op een rooster.





woensdag 1 juli 2015

Aardbeienjam zonder suiker




Aardbeien, veel aardbeien, heeeeel veel aardbeien...........
Met kilo's komen ze eraf. Groot, klein, mooi en minder mooi, maakt niet uit, ze zijn allemaal lekker.
Aardbeien houden van zon, nou dan kunnen ze nu hun lol op. Zo waan je je nog op de Noordpool en zo in de Sahara, zo van de winterjas in de korte broek.
Aardbeien houden ook van water, dat krijgen ze te weinig, daarom hebben we ook veel kleine aardbeitjes. Komt ook wel omdat het grootste deel van de planten al wat ouder is, die zijn aan vervanging toe.

Wat te doen met zoveel aardbeien, opeten, invriezen, weggeven, taart bakken, ijs of jam maken.
Alles is er al mee gemaakt alleen jam nog niet. We eten niet zo vaak jam, als we het eten is het bijna altijd zonder suiker. Ik geloof dat het dan ook geen jam mag heten, wij noemen het gewoon jam.
Normaal gebruik je 1 kilo suiker op 1 kilo fruit, ik gebruik 1 zakje marmello geleerpoeder op 1 kilo fruit. Ik gebruik altijd marmello 1 daarmee kun je jam maken zonder toevoeging van een zoetstof. Maar de ervaring heeft geleerd dat de aardbeien die tot jam gekookt zijn niet zo lekker zijn als wanneer je ze zo vers eet. Daarom zoet ik de jam met perendiksap, honing is ook een optie.
Het resultaat is vier potjes met heerlijke aardbeienjam.

Ingrediënten:

1 kg gave aardbeien, kroontjes eraf
1 zakje marmello nr. 1
perendiksap of honing naar smaak, ik gebruik 50 ml perendiksap

Schone potjes met een twist off deksel, uitgekookt of met soda afgewassen

Bereidingswijze:

Doe de aardbeien in een pan met een dikke bodem. Verwarm deze, onder regelmatig roeren, op middelhoog vuur.  Kook tot de aardbeien zacht worden.
Je kunt ze stuk drukken met een pureestamper, je kunt het ook pureren met de staafmixer.
Meng de zoetstof met het zakje marmello en doe dit bij de kokende massa.
Laat het, al roerend, 1 minuut goed doorkoken.

Zet de schone potten op een theedoek.
Vul de potten tot net iets onder de rand met de hete jam. Sluit ze af en zet ze ca. 10 minuten omgekeerd op de theedoek.
Laat helemaal afkoelen, doe er een etiketje op met wat erin zit en de datum.


Lekker op een wit bolletje, in de yoghurt of je bakt er een taart mee!